Bron 4.8
Oorkonde van de schout en schepenen van de stad Zutphen met het zegel van de stad (20 november 1452)
In de oorkonde staat dat een stuk land van de stad Zutphen verkocht wordt dat ligt tussen de hof van Albert Koernemacrkts (Op de Korenmarkt) en Dat Broeck.
Albert Op de Korenmarkt had land in bezit in Zutphen, maar ook elders, waarvoor hij tienden (1/10 deel van de verbouwde gewassen) inde. In Zutphen had hij een moestuin en bouwland. In 1453 verkocht Albert de helft van een groot stuk bouw- en weiland bij Elden in de Betuwe (tegenover Arnhem) aan de adellijke broers Ingen Nulandt. De andere helft bleef in zijn bezit.
Een schout werd benoemd door de heer van een gebied. Hij was het hoofd van de politie en het gerecht. Samen met de schepenen (rechters) loste de schout misdrijven op en zorgde hij voor de berechting.