Bron 2.1
De stadsrechtbrief van Zutphen (1191-1196)
Tussen 1191 en 1196 gaf graaf Otto I (circa 1150-1207) van Gelre en Zutphen stadsrechten* aan de stad Zutphen. Dit origineel is een handgeschreven kopie van die stadsrechtbrief met een zegel in witte was van graaf Gerard IV van Gelre en Zutphen. Graaf Gerard IV volgde graaf Otto in 1207 op.
In deze stadsrechtbrief stond dat er op donderdag markt was en dat de mensen die de markt bezochten geen tol hoefden te betalen. Ook kreeg Zutphen het recht op een eigen rechtspraak. Graaf Otto voerde in die tijd oorlog met Boudewijn II, bisschop van Utrecht, die macht had in Deventer. Door Zutphen stadsrechten te geven werd Zutphen militair en economisch een belangrijke stad in Gelre.
Zutphen was toen de hoofdstad van het graafschap Zutphen.
*Met stadsrechten mocht de stad zichzelf besturen, stadsmuren bouwen, zelf recht spreken en tol heffen. Soms mocht de stad ook haar eigen munt slaan. In ruil voor de stadsrechten, steunde de stad de vorst van het gebied, met geld of met middelen zoals soldaten en wapens.